1. Wat is Stotteren?

^

2. Informatie voor leerkrachten

Kernstottergedrag

Oorzaken van stotteren

Gedragstherapeutische processen

Secundair Stottergedrag

Ontwikkeling van stotteren

Ontstaan herhalingen en verlengingen

4. Onderzoek en behandeling

3. Informatie voor volwassenen die stotteren

5. Praktisch

Self

^

Verloop van een logo sessie.

 

1. Wat is stotteren?

Iedereen spreekt wel eens minder vloeiend, dat noemen we normale onvloeiendheden. Je zegt je zinnen dan haperend, bv. Als je gespannen bent, als je sterk moet nadenken over wat je wil zeggen. Je last dan een ‘eh’ in om even na te denken, of je verbetert je zin vb. Gisteren had ik Gert, eh Geert gezien.

 

Stotterende kinderen maken meer en andere haperingen. Stotteren is een spraakstoornis die uit volgende gedragingen bestaat:

Kernstottergedrag

= herhalingen, verlengingen en blokkeringen

 

‣ Herhalingen van klanken, lettergrepen en woorden (vb. k k k kapstok, pu pu puzzel, want want want dan is het gedaan)

‣ Verlengingen van klanken (vb. Mmmmmaar, mooooorgen)

‣ Blokkade ( vast blijven zitten op een klank terwijl er geen geluid meer uitkomt, ook te zien als er spanning is in’t lichaam) (vb. b/ ank) Blokkades gaan meestal gepaard met veel spanning.

Secundair stottergedrag

= dat wat een persoon doet om het kernstottergedrag te trachten voorkomen

 

‣ Vermijdingsgedrag = gedragingen om een gevreesde situatie/ klank/woord te ontlopen. Vb. Zich ziek melden op de dag van de spreekbeurt, niet meer praten en opschrijven of aanwijzen, synoniemen of omschrijvingen zoeken, oogcontact vermijden

‣ Startgedrag= inwendige impuls of kleine beweging vlak voor een gevreesde klank/woord als poging dit zonder stotteren uit te spreken.vb duwen met hoofd, knijpen met de ogen, schokken met de armen, trillende lippen enz...

‣ Uitstelgedrag = gedrag om een gevreesde situatie/woord/klank uit te stellen tot de aangevoelde spanning of de verwachting te gaan stotteren wegebt. Vb. Gisteren ben ik naar de lo lo lo , dus naar de logopedist geweest, . Gisteren ben ik naar de lo lo lo euh logopedist geweest

‣ Duw-en ontsnappingsgedrag = alle gedragingen die optreden tijdens stotteren om zo snel mogelijk uit het stottermoment te geraken vb. doorduwen van de klank waarop gehaperd wordt

‣ Negatieve gedachten en gevoelens t.o.v. het spreken. Het kind zegt soms ”Ik weet het niet”, uit angst om te gaan stotteren. Ook kunnen er gevoelens van schaamte  optreden of kwaadheid en frustratie. Soms gaan deze gevoelens samen met een verhoogde hartslag, zweten, onregelmatige en versnelde ademhaling, of andere lichamelijke reacties. Hoe langer een kind stottert, hoe meer het kind spreken als iets vervelends zal gaan zien. Het kan na een tijdje al van tevoren gaan verwachten dat het zal gaan stotteren. Door deze negatieve gedachten kan het stotteren verergeren. Ook kan het stotterend kind erg negatief gaan denken over zijn of haar spraak en over zichzelf.

 

Volgende gedragstherapeutische processen komen voor:

‣ Klassieke conditionering: emotioneel leren, zijn onwillekeurig, bestaan uit een autonome activiteit vb. Blozen, trillende handen, wit rond de neus worden

‣ Operante conditionering: instrumenteel leren, operant leren, het gaat om doelgerichte handelingen, en zijn onder invloed van zowel antecedente als consequente gebeurtenissen vb. De telefoon afnemen. Als de telefoon rinkelt , dan is de meest voorkomende reactie dat je de telefoon afneemt. Bij stotteraars is dit anders. Angst (respondent) dat optreedt, kan als een stimulus gaan fungeren van vb. Vragen aan iemand anders om de hoorn af te nemen.

Herhalingen en verlengingen onstaan onder invloed van:

stotteruitlokkende factoren ( vb. Spanning, spreeksnelheid,  perfectionisme,...)

 

Als reactie op het onvloeiend spreken ontstaat er fight-, flight of freezegedrag (vechten, vluchten of bevriezen). Blokkades is eerder freezegdrag, dat hoofdzakelijk voorkomt bij gevorderde stotteraars.

 

Stotteren bestaat uit uitwendige gedragingen(kernstotters en secundair stottergedrag) en inwendig stottergedrag. Enkel het topje van de ijsberg (iceberg of Sheenan) is zichtbaar.

Oorzaken van stotteren

Er zijn verschillende theorieën over de oorzaak van stotteren. Er kan vanuit gegaan worden dat het een combinatie van factoren is in het kind zelf (verschillen in de hersenen, genetisch en  uitlokkende factoren in het kind zelf vb. perfectionisme, impulsiviteit,...) en factoren uit de omgeving (vb. Een verhuis, een emotionele gebeurtenis,...).

 

Ontwikkeling van stotteren

Er zijn verschillende fases in de ontwikkeling van stotteren:

‣ 2j tot 5j: sterke uitbreiding van spraak- en taal. Elk kind produceert normale onvloeiendheden

‣ Stotteren: 90% stottert bij 3 - 6 jaar

‣ Bij 20% wordt het langdurig stotteren, voor de overige gevallen is er spontaan herstel

‣ 1% van de totale bevolking stottert op een gegeven moment. 3% van de totale bevolking heeft in zijn leven eens gestotterd

‣ Als beginnend stotteren zich verder ontwikkelt, worden de haperingen sneller en gespannen. Het kind merkt dat het niet makkelijk is om uit een stotter te komen, en gaat proberen om uit een stotter te komen.

‣ Als het kind blijft stotteren, komt er steeds meer spanning in het spreken, het kind maakt veel blokkades en gaat situaties klanken en woorden vermijden (leeftijd 6 tot 13 jaar)

‣ Bij kinderen vanaf 13 jaar spreken we van gevorderd stotteren: zij hebben veel negatieve gedachten en emoties over het spreken ontwikkkeld. Ze stotteren met veel blokkades, ontsnappings- en vermijdingsgedrag.